Verschil tussen lactose-intolerantietest en DNA-test

Als het gaat om het meten van lactose-intolerantie, zijn er twee verschillende testmethoden: ademtest en DNA-test. De uitademtest meet de hoeveelheid waterstofgas in de uitgeademde lucht na het drinken van 550 ml melk. Bij lactose-intolerantie, waarbij een tekort aan het enzym lactase ervoor zorgt dat de lactose niet goed wordt afgebroken, kan de lactose gaan gisten en gassen vormen in de dikke darm, wat resulteert in een verhoogde concentratie waterstofgas in de uitgeademde lucht.

Anderzijds blijkt uit een DNA-test alleen of je erfelijke lactose-intolerantie hebt en niet of deze is verworven. De DNA-test kan informatie opleveren over genetische variaties en of u een erfelijke aanleg heeft voor lactose-intolerantie.

Hoe wordt de test uitgevoerd?

Nadat je je bestelling hebt geplaatst, ontvang je een testkit thuisgestuurd. Hierin zit alles wat je nodig hebt om de test zelf uit te voeren, behalve melk (550 ml) die je zelf moet halen. De test is een ademtest die de concentratie waterstofgas en methaangas in de uitgeademde lucht meet nadat je 550 ml melk hebt gedronken. Het monster wordt gedurende een periode van drie uur vijf keer verzameld. U kunt de test het beste op een lege maag uitvoeren en tijdens de testperiode niet eten of drinken. Vervolgens worden uw monsters ter analyse naar ons laboratorium gestuurd en ontvangt u uw testresultaat digitaal nadat het laboratorium uw monsters heeft geanalyseerd.

Over lactose-intolerantie

Lactose-intolerantie betekent dat de dunne darm een ​​verminderd vermogen heeft om melksuiker, ook wel lactose genoemd, af te breken. Symptomen zijn onder meer maagpijn, diarree en gasvorming. Lactose-intolerantie is niet gevaarlijk, maar kan voor de getroffenen zeer lastig zijn. Het is gebruikelijk om lactose-intolerantie te verwarren met koemelkallergie, omdat deze vergelijkbare symptomen veroorzaken maar anders worden behandeld. Bij GetTested kunnen we met een eenvoudige ademtest bepalen of je lactose-intolerant bent via onze Lactose-intolerantietest.

Oorzaken van lactose-intolerantie

Lactose-intolerantie betekent een overgevoeligheid voor lactose (melksuiker). Lactose is een koolhydraat dat van nature voorkomt in melk en andere zuivelproducten. Lactose-intolerantie ontstaat door een tekort aan het lactase-enzym, wat betekent dat het lichaam moeite heeft lactose in de dunne darm af te breken en de voedingsstoffen ervan op te nemen. Zonder voldoende lactase-enzym blijft de lactose onverteerd in de dunne darm. Wanneer lactose de dikke darm bereikt, breken darmbacteriën de lactose af, wat leidt tot de vorming van gassen die maagklachten en diarree kunnen veroorzaken. Om de problemen te verminderen is het noodzakelijk om de inname van voedsel en dranken die lactose bevatten te verminderen of volledig te vermijden. Wanneer de hoeveelheid lactose in de voeding wordt verminderd of geëlimineerd, verdwijnen de symptomen meestal.

Lactose-intolerantie komt zeer zelden voor bij kinderen jonger dan vijf jaar. Als een kind maagklachten krijgt, komt dat meestal door een koemelkallergie, maar er kunnen uiteraard ook andere oorzaken zijn. Het is daarom belangrijk om de juiste diagnose te stellen om de juiste voedingsmiddelen uit te kunnen sluiten en van de problemen af ​​te komen. Hieronder leest u over verschillende oorzaken van lactose-intolerantie.

Primaire lactose-intolerantie

Primaire lactose-intolerantie is de meest voorkomende vorm van lactose-intolerantie. Het is erfelijk en komt vaker voor in Azië, Afrika en Zuid-Europa. Primaire lactose-intolerantie is te wijten aan een verminderde productie van het lactase-enzym dat nodig is om melksuiker af te breken. De productie van lactase neemt gewoonlijk af tijdens de school- en tienerjaren bij mensen die genetisch vatbaar zijn voor lactose-intolerantie. Mensen met primaire lactose-intolerantie kunnen ongemak ondervinden van voedingsmiddelen die een hoog lactosegehalte bevatten, zoals melk. Ze kunnen echter vaak voedingsmiddelen verdragen die niet zoveel melksuiker bevatten, zoals oude harde kaas, yoghurt, boter en sandwichmargarines die voornamelijk uit botervet bestaan.

Secundaire lactose-intolerantie

Secundaire lactose-intolerantie, ook wel tijdelijke lactose-intolerantie genoemd, ontstaat wanneer het slijmvlies van de dunne darm beschadigd raakt als gevolg van onbehandelde darmziekten of parasitaire infecties. Een voorbeeld van een dergelijke ziekte is glutenintolerantie, waarbij ontstekingen veroorzaakt door gluten de darmwand in de dunne darm afbreken, waardoor de opname van voedingsstoffen wordt verhinderd. Secundaire lactose-intolerantie verdwijnt meestal wanneer de onderliggende oorzaak van het probleem wordt behandeld en het darmslijmvlies is genezen.

Congenitale lactose-intolerantie

Congenitale lactose-intolerantie is zeer zeldzaam en betekent dat het lichaam het lactase-enzym helemaal niet kan produceren. In tegenstelling tot primaire en secundaire lactose-intolerantie, die verworven aandoeningen zijn, is congenitale lactose-intolerantie een genetisch overdraagbare ziekte. De symptomen verschijnen al na de geboorte en de baby krijgt last van waterige diarree zodra hij moedermelk of flesvoeding begint te consumeren. Om de problemen te voorkomen is een lactosevrije moedermelkvervanger nodig. Mensen met een aangeboren lactose-intolerantie moeten doorgaans hun hele leven voedingsmiddelen met een hoog melksuikergehalte vermijden.